Landschapsbeheer Friesland. Alle Rechten Voorbehouden." /> Historische Wandelpaden - LandschapsBeheer Friesland - Wandelroutes

Wandelroute 16. Kollum - Ee

Afstand: 8,7 km
Duur: 1 3/4 uur
Ondergrond: De hele route bestaat uit verharde wegen.
Honden: Op openbaar terrein zijn honden toegestaan.
Geopend: januari t/m december
Streekverhalen: open pagina
Kaart: geen kaart beschikbaar
Gps: geen gps route beschikbaar
printen: printversie

Malle graaf

Bijzondere historische info

De geschiedenis van Kollum gaat terug tot ongeveer 750 na Christus. Het dorp ontstond in de vroege Middeleeuwen op de rand van een zandplateau bij de brede, natuurlijke stroom de Dwarsried die in verbinding stond met de Lauwerzee. Het was toen niet meer dan een nederzetting, genaamd Colheim (later Kollumerterp), maar door de verbinding met de zee was Kollum geschikt als haven. Boter, kaas en vooral granen werden uitgevoerd via de haven. Toen in de periode tussen de 11de en de 13de eeuw de landerijen bedijkt werden en de omliggende veengronden in cultuur gebracht werden, ontwikkelde Kolllum zich tot een centrum. Zo werd het dorp de hoofdplaats van Kollumerland. De 17e en 18e eeuw waren een tijd van groei en bloei dankzij de handel en scheepvaart. In het midden van de 17e eeuw kreeg Kollum namelijk een goede verbinding met het zuiden via de nieuwe Stroobosser Trekvaart die aansloot op de korte Kollumer Trekvaart. Kollum is sindsdien geleidelijk uitgebreid, vooral langs de centrale Voorstraat en enkele zijstraten. Met name na de oorlog in de 20ste eeuw is er in bijna alle richtingen bebouwing bijgekomen.

Landschapskarakteristiek
Kollum ligt op de grens van het open weidegebied en de Friese Wouden. Het kleipoldergebied, dat in de loop der eeuwen is onttrokken uit de zee, loopt over in een elzensingellandschap. De Wâlddyk - de naam van de oude zeedijk zegt het al - beschermde de Friese wouden tegen het zeewater.


(open weidegebied)

Metslawier-Ee-Engwierum
Deze dorpen liggen op inversieruggen, vroegere wadgeulen opgevuld met zand, die langzamer inklonken dan de naaste omgeving. De geul veranderende in een ‘hoge’rug. Dit verklaart waarom deze terpen inversieruggen heten, inversie betekent immers omgekeerd.


pagina 2

terug naar overzicht